Zo zijn wij (niet) getrouwd!
Het wordt meestal als weinig romantisch ervaren, als ik zeg dat liefde en geld alles met elkaar van doen hebben. Maar die twee hebben bij een huwelijk, in financieel en juridisch opzicht, ook echt een onlosmakelijk verband. U heeft wellicht in de kranten gelezen dat het “huwelijksgoederenregime” op de schop gaat. Het regime zou meer “eigentijds” worden.
Betekent dit dat een liefdeskoppel na invoering van het wetsvoorstel “zomaar” in het huwelijksbootje kan stappen? Dat kan naar mijn mening zeker niet! Een korte blik op het huidige en het nieuwe huwelijksgoederenregime en ook het signaal aan u om – zo nodig – vóór het einde van het jaar actie te ondernemen.
Het huwelijkse goederenregime, zoals dat nu geldt
Het huwelijk is niets meer en niets minder dan een overeenkomst. Toch is er geen contract te vinden met zulke grote financiële gevolgen. Het klassieke en in de wet vastgelegde idee van trouwen is “eerlijk zullen we alles delen”! Als een paar trouwt, zonder het vooraf opmaken van huwelijkse voorwaarden, dan ontstaat er een zogenoemde gemeenschap van goederen. Grofweg houdt dat in, dat alles wat er is op het moment dat er “ja” wordt gezegd gemeenschappelijk wordt. Dat geldt niet alleen voor het vermogen, maar ook voor de schulden. Ook voor alles wat er tijdens het huwelijk bij komt aan baten en lasten.
Check vooraf de financiële situatie van uw toekomstig partner
Alles wordt dus fiftyfifty. Het is daarom verstandig om voorafgaand aan het huwelijk niet alleen goed te informeren naar de banksaldi, maar ook naar de schulden van de toekomstige wederhelft. Verder is het verstandig om als toekomstig partner goed door te vragen als deze schuldpositie als futiliteit wordt afgedaan. Want ná het “ja” kun je zomaar voor een fikse schuld verantwoordelijk zijn en kun je – ook na een onverhoopte scheiding – nog flinke pijn en napijn voelen.
Uitsluitingsclausule
Ouders, die liever niet zien dat hun opgebouwde vermogen in handen valt van hun schoonzoon of -dochter, ook al heeft hun kind (nog) geen huwelijkse voorwaarden, hebben een belangrijk middel. Als zij hun kinderen vermogen schenken of nalaten, dan kunnen zij een zogenoemde privé-clausule (‘de uitsluitingsclausule’) aan de verkrijging (schenking of erfenis) koppelen. Doen zij dit niet, dan is dit vermogen ook voor de helft van de (toekomstige) aangetrouwde. Dit veelal ongewenste resultaat wordt vaak pas pijnlijk duidelijk op het moment van echtscheiding.
Huwelijkse voorwaarden
Is het niet gewenst om “oude” bezittingen en/of schulden te delen, dan doet het liefdeskoppel er verstandig aan om zich voorafgaand aan het huwelijk te buigen over passende huwelijkse voorwaarden. Zeker is dat handig als de ene partner gewoon meer vermogen heeft dan de ander bij aanvang van het huwelijk (bijvoorbeeld doordat één van de toekomstige echtelieden al een nalatenschap heeft verkregen), of nog vermogen te verwachten heeft. Ook zien we huwelijkse voorwaarden vaak wanneer één van de toekomstige echtgenoten een onderneming drijft.
Het maken van huwelijkse voorwaarden heeft een intern effect (tussen echtgenoten) en ook een extern effect (vooral tegen eventuele schuldeisers). De kunst is om een goede balans te vinden tussen die twee effecten. Er moet een afweging gemaakt worden welk deel van het vermogen beschermd moet worden tegen derden en welk vermogen tussen de partners onderling nu wel of niet mag worden verdeeld. Anders gezegd, bepaald moet worden welk deel van het vermogen nu wel en welke deel van het vermogen niet als privé geoormerkt dient te worden. Tot slot moet er worden nagedacht over de vraag hoe er wordt omgegaan met (toekomstig) familievermogen.
Is de kous dan af ná het opstellen van die voorwaarden? Nee! Sommige huwelijkse voorwaarden vragen bijvoorbeeld om een administratie en boekhouding tijdens het huwelijk. Bijvoorbeeld als er een zogenoemd periodiek verrekenbeding is opgenomen. Het is daarnaast goed om de voorwaarden regelmatig tegen het licht te houden. Voldoen ze nog wel, bijvoorbeeld lettend op de gewijzigde (persoonlijke) omstandigheden?
Het nieuwe huwelijksgoederenregime: wetsvoorstel beperking van gemeenschap van goederen
Nederland is één van de weinige landen waar het principe gemeenschap van goederen bestaat. Nu de samenleving steeds internationaler wordt, is het niet vreemd dat gekozen is voor een regime dat beter aansluit op de internationale standaard. Dat is zeer welkom omdat er ook veel vaker dan voorheen sprake is van een huwelijk met een buitenlandse partner. Ook als je het vergelijkt met hoe het buitenland omgaat met vererving van vermogen, past een stelsel, waarbij gemeenschap van goederen niet het uitgangspunt is, veel beter.
Op 28 maart 2017 is het wetsvoorstel “beperking van gemeenschap van goederen” aangenomen, waardoor het hiervoor geschetste fiftyfifty-regime op de schop is gegaan. De Wet zal ingaan op 1 januari 2018. Wie van plan is om nog vóór 1 januari 2018 in het huwelijk te treden, zal onder het oude regime vallen. Echtparen die na die datum in het huwelijk treden, krijgen met het nieuwe regime van doen.
Gemeenschappelijk alleen na gezamenlijke inspanning
Hoe werkt het dan bij een huwelijk ná 1 januari 2018? Het vermogen, dat ieder van de echtgenoten al had op het moment van trouwen, blijft gescheiden en komt dus niet in een gemeenschap van goederen terecht. Dit geldt zowel voor bezittingen als voor schulden. Inkomsten en uitgaven tijdens het huwelijk worden gemeenschappelijk. Erfenissen en giften komen voortaan alleen nog maar bij de ontvanger terecht, behalve als de erflater/de schenker een zogenoemde “insluitingsclausule” (de tegenpool van de hiervoor genoemde uitsluitingsclausule) heeft opgenomen. Kortom, alleen zaken die het resultaat zijn van een gezamenlijke inspanning tijdens het huwelijk worden gemeenschappelijk.
Drie soorten vermogens
Er ontstaan in het nieuwe regime dus drie soorten vermogens: (1) privévermogen van partner 1, (2) privévermogen van partner 2 en (3) gemeenschappelijk vermogen. Dit heeft tot gevolg dat het, vanaf de sluiting van het huwelijk, nodig is om een goede administratie te gaan voeren. Het is van groot belang om te noteren van wie iets is én het verloop daarvan bij te houden. Want wie niet kan bewijzen dat een goed van hem of haar is, moet de waarde daarvan delen!
Ook na 2018 zijn huwelijkse voorwaarden soms een must
- Ook vanaf 2018 blijft het soms nodig om flink te onderhandelen. Ik denk daarbij aan vijf situaties: Indien er schulden zijn aangegaan voor het huwelijk, kunnen schuldeisers onder de nieuwe wet deze alleen verhalen op het vermogen van de schuldenaar. Tot dat vermogen van de schuldenaar behoort ook de helft van de gemeenschap, waarin – in beginsel – het salaris van de ander valt!
- Is het huwelijk een logisch gevolg van een samenleven en was in die tijd al een gezamenlijke woning gekocht, dan is het soms ook opletten geblazen. Een woning die op beide namen staat, valt na sluiting van het huwelijk in de gemeenschap van goederen. Ook in het geval van een afwijkende eigendomsverhouding (bijvoorbeeld 40%/60%)! Ieder heeft na het voltrekken van het huwelijk recht op 50%.
Ook is het noodzaak om op te letten als er wel een fiftyfifty eigendomsverhouding was, maar één van de echtelieden eigen geld heeft ingebracht (en daardoor een vordering op de ander heeft). Niet alleen de vordering, maar ook de schuld valt namelijk vanaf het ja-woord in de gemeenschap. Zonder huwelijkse voorwaarden kan de inbrengende partner na het huwelijk naar zijn vordering fluiten! - Een voor het huwelijk gestarte onderneming (of dit een BV/NV of een eenmanszaak is) blijft buiten de gemeenschap van goederen. Dat is uiteraard prima, maar het is wel noodzakelijk om over diverse aspecten na te denken. Onder andere welke vergoeding redelijkerwijs ten goede van de huwelijkspartner moet komen. Ook is het goed om vast te leggen wat de precieze waarde van de onderneming is die buiten de gemeenschap valt. Dit om discussies achteraf te vermijden.
- Een tijdens het huwelijk gestarte onderneming is gemeenschappelijk. Dat betekent dat niet alleen alle voordelen, maar ook alle nadelen van het drijven van een onderneming ten laste van beide huwelijkspartners komen. Is dat niet gewenst? Dan is het raadzaam om voorwaarden op te stellen.
- Echtgenoten die van mening zijn, dat het sowieso niet redelijk is om wat wordt opgebouwd tijdens het huwelijk gelijk te verdelen, zullen ook de gang naar de notaris moeten maken.
Fiscale gevolgen?
Het aangenomen wetsvoorstel heeft waarschijnlijk geen nieuwe fiscale gevolgen. Bij de behandeling van het Belastingplan 2017 in de Tweede Kamer is door de staatssecretaris van Financiën toegezegd om op een aantal vragen, die betrekking hebben op de eigen woningregeling, terug te komen. Voor aanstaande partners die een gezamenlijk onroerend goed hebben, is het van belang om de antwoorden hierop in de gaten te houden!
Snel nog in actie komen!
Oudere huwelijkspartners kiezen er soms voor om de huwelijkse voorwaarden op te heffen. Met een gemeenschap van goederen (waarbij iedere partner gerechtigd wordt tot 50% van het goed) kan namelijk erfbelasting worden bespaard. Het vermogen van de meest vermogende gaat door opheffing van de voorwaarden deels over van de rijkere naar de minder vermogende partner zonder dat dit belasting kost. Als vervolgens de meest vermogende overlijdt, zit de helft van het vermogen reeds bij de andere partner. Over dat deel is dan geen erfbelasting meer verschuldigd. Dat kan een aanzienlijke besparing betekenen!
Na invoering van de Wet beperking gemeenschap van goederen heeft het opheffen van de huwelijkse voorwaarden niet meer het gewenste resultaat. De oude privé-vermogens van de partners vallen namelijk niet meer in de gemeenschap die ná opheffing ontstaat. Wie zijn huwelijkse voorwaarden nog wil opheffen onder de oude wet, moet er dus heel snel bij zijn!
Heeft u weleens over het opheffen van uw voorwaarden nagedacht? Dan is het goed om nú te bekijken of u daartoe moet overgaan. Het is goed om daar niet lang mee te wachten. Vóór het einde van het jaar moet de akte daarvoor bij de notaris zijn getekend.
Samenvatting
Na 1 januari 2018 is het kiezen voor elkaar losgekoppeld van het kiezen voor elkaars vermogen. Als u in het huwelijk gaat treden (zowel voor als na 1 januari 2018) is het belangrijk om af te wegen, of het nodig is om voorafgaand aan het huwelijk een bezoek aan de notaris te brengen om samen voorwaarden te maken. Als u al gehuwd bent, dan is het goed om periodiek naar de voorwaarden te kijken. Doet u wat u hebt afgesproken? Passen ze niet meer bij uw situatie? Pas ze dan aan. Ook is het goed om, als u getrouwd bent, te kijken of het gewenst is om de voorwaarden op te heffen. Is dat het geval dan zult u, wilt u het gewenste effect bereiken, nu in actie moeten komen om nog vóór 1 januari aanstaande van uw huwelijkse voorwaarden af te zijn.