Column Fondsnieuws: Aandelen op steroïden
Wij zijn verslaafd aan gelijk krijgen. We moeten er niet aan denken dat zeven van de tien beslissingen die we nemen op een sof uitlopen. Toch is dat precies wat ons overkomt wanneer we beleggen in aandelen. Dat is dan ook precies de reden dat de apostelen van het ‘passieve’ beleggen ons trachten te verleiden om in indextrackers te beleggen. Maar helaas, ook indexbeleggers zitten vaker mis dan dat zij het bij het rechte eind hebben.
J.P. Morgan publiceerde in 2014 een studie met de titel “The Agony and the Extacy“. In het rapport bestudeerden zij, gedurende de periode 1980-2014, het rendement van 13.000 aandelen die kortere of langere tijd deel hadden uitgemaakt van de Amerikaanse Russell 3000 Index. De conclusie? Liefst 5.200 aandelen (40%) van de waren ten minste 70% van hun waarde kwijtgeraakt. Nog eens een kwart van de aandelen had, gedurende de periode dat zij er deel van uitmaakte, slechter gepresteerd dan de Russell 3000. Slechts 7% van de aandelen bleek verantwoordelijk te zijn geweest voor het leeuwendeel van het rendement van de index.
En dat is dan ook weer gelijk het aardige aan beleggen in aandelen. Je kunt vaker mis dan goed zitten en toch geld verdienen. George Soros verwoordde het ooit als volgt:
“It’s not whether you’re right or wrong that’s important, but how much money you make when you’re right and how much you lose when you’re wrong.”
De indexbelegger gokt erop dat ook in de toekomst circa 7% van de aandelen ervoor zal zorgen dat de beleggingsdoelstelling gehaald wordt. We nemen die gok door willens en wetens te investeren in een groot aantal aandelen, waarvan we vooraf weten dat ze geld zullen verliezen.
Daarom is het vreemd dat we met z’n allen een belegging in Venture Capital als riskanter beschouwen dan een belegging in beursgenoteerde aandelen. Onder Venture Capital wordt verstaan: het investeren in jonge en sterk groeiende ondernemingen (startups).
Correlation Ventures berekende gedurende de periode 2004-2013 de resultaten van 21.640 investeringen in startups en kwam tot de conclusie dat, ook in dit geval, maar liefst 65% van de investeringen was mislukt. De investering diende in z’n geheel of gedeeltelijk te worden afgeschreven. Slechts 10% van de investeringen zorgde voor het leeuwendeel van het rendement door 5 tot 50 keer de investering terug te verdienen.
De distributie van het aantal mislukkingen en successen voor zowel Venture Capital als beursgenoteerde aandelen ontloopt elkaar dus nauwelijks. Het verschil zit in de tijd die nodig is om het rendement te realiseren. Een investering in Uber is de afgelopen acht jaar met 2.000% gestegen. Dat is enorm. Het beursgenoteerde aandeel, 3M, noteerde eenzelfde stijging. 3M, de maker van onder meer de Post-it-notes, had er 34 jaar voor nodig.
We kunnen dan ook concluderen dat het voor wat betreft risico en het rendement weinig uitmaakt, of we in startups of in beursgenoteerde aandelen beleggen. Eerstgenoemde gaat alleen vier tot vijf keer zo snel. Venture Capital heeft daarbovenop nog een extra voordeel. Dankzij het illiquide karakter van de belegging en het gebrek aan koersupdates, wordt de belegger niet bij iedere zenuwtrek van de beurs in de verleiding gebracht zijn belegging vroegtijdig te verkopen.
Wie niet wacht, wie niet wint!
Hans Betlem
Fondsnieuws.nl 12 juli