IBS wil plek direct onder de grootbanken
Om verder te kunnen groeien, wil IBS haar bestuursmodel aanpassen. Naast de vijf partners is daarom een ceo aangesteld in de persoon van Harold Knebel. Zij nemen de beslissingen in overleg, maar mogelijk gaat dat veranderen.
Knebel, die eerder de bestuursvoorzitter was van Rabo-dochter Schretlen, is sinds 2014 bij IBS betrokken als adviseur. Na lang wachten kwam er begin vorige maand toestemming van de AFM om hem als ceo aan te stellen.
Om daadwerkelijk een raad van bestuur boven de partners te hangen, is toestemming nodig van DNB. Een verzoek hiertoe is nog niet ingediend, maar dit is wel een onderwerp van gesprek tussen partners en aandeelhouders. ‘We kijken naar een bestuursmodel dat beter past bij de ambities’, zegt Knebel. ‘We denken er ook over een raad van commissarissen in te stellen.’
Knebel was eerder behalve de topman van de toen nog zelfstandige Rabo-dochter Schretlen ook manager bij de Rabo-wielerploeg. Daar moest hij de boel terug op de rit zetten na het dopingschandaal dat leidde tot het voortijdige vertrek uit de Tour van de Deen Michael Rasmussen in 2007.
Verdere groei vraagt goede infrastructuur
Over zijn opdracht bij IBS zegt hij: ‘We willen een verdere groei doormaken. Dat moet je begeleiden met een goede infrastructuur.’
De omzet van IBS groeide tussen 2012 en 2014 met 290 procent, wat het bedrijf eind 2014 een plekje opleverde in de FD Gazelle-lijst van 100 snelstgroeiende bedrijven van Nederland. Knebel: ‘Afgelopen jaar zijn we weer met 40 procent gegroeid en we zijn dit jaar ook goed begonnen.’
IBS had vijf partners: Tim Timmermans, Hans Betlem, Ferry van der Wurf, Gijs Lipsch en Jacco Rijnbeek. Met Knebel erbij staat de teller nu op zes. Daarnaast is er een minderheidsaandeelhouder die geen partner is. Deze aandeelhouder heeft ‘minder dan 20 procent’ van de aandelen. Wie het is, wil Knebel niet zeggen. Wel zegt hij dat deze partij vanaf 2012 betrokken is: het jaar dat een team afkomstig van Merill Lynch bij IBS als partners en aandeelhouders aan boord kwam.
Op de vraag hóe hij verder wil groeien, zegt Knebel alle opties te bekijken, ook eventuele overnames.
Stabiliteit en flexibiliteit
‘Groei is een middel om een schaalgrootte te krijgen waarmee je voldoende stabiliteit kan bieden. Het is echter wel zaak voldoende flexibel te blijven’, stelt Knebel. IBS heeft nu zo’n de 2 miljard euro onder beheer, waarvan zo’n 500 miljoen onder fiduciair beheer.
De ambitie is te groeien naar zo’n 4 tot 5 miljard onder beheer in 2020. Groter niet. ‘Wij kennen de klanten nog en hebben echt overzicht. Daarnaast laten we ruimte voor wat echt de beste oplossing is voor een klant.’
Aanwezigheid in de regio versterken
IBS heeft nu een kantoor in Luxemburg en in Amsterdam. Bij Schretlen heeft Knebel destijds vele nieuwe kantoren geopend. ‘Dat wordt nu niet weer de strategie’, zegt hij. ‘We gaan niet investeren in stenen.’ Maar er wordt wel gekeken naar manieren om de aanwezigheid in de regio’s te vergroten.
Om te kunnen groeien, moet je volgens hem echter eerst zorgen dat je op het gebied van hr, it, risk & compliance en governance een goede structuur hebt staan. ‘Daarvoor hebben we heel veel sollicitatiegesprekken gevoerd. Toen ik binnenkwam in 2014 zaten hier 20 man, nu zijn we met 40. We hebben veel jonge mensen aangenomen, die we meteen veel verantwoordelijkheid geven.’
Er is ook een communicatiemanager aangenomen en een reclamebureau in de arm genomen. ‘Binnenkort starten we met een campagne om onszelf bekender te maken onder het grote publiek. Dit jaar gaan we heel veel in ICT investeren, zowel aan de klantenkant, op internet bijvoorbeeld, maar ook intern om alles eenvoudig schaalbaar te maken.’
Dit vergt een enorme investering, maar volgens Knebel kan dit allemaal uit de winst betaald worden. Het zoeken van nieuwe aandeelhouders is volgens hem niet aan de orde.
Over tien jaar wil Knebel dat IBS in de top-3 staat, van de partijen onder de grootbanken. ‘We willen on top of mind staan van cliënten die op zoek zijn naar een vermogensbeheerder; een partij zijn waarvan mensen zeggen: die moet je gesproken hebben.’