Direct naar content
IBS - Capital Allies
Wat we schrijven
Blogs 17-04-2019

Persoonlijke gegevens volledig openbaar door het UBO-register?

Bent u ondernemer of houdt u een direct of indirect belang van meer dan 25 procent in een entiteit? Dan staat u vanaf 2020 misschien in het verplichte UBO-register.

Bent u straks ook in dit register te vinden?  In dit blog leest u meer over het wetsvoorstel inzake de invoering van een eigendomsregister. Dit voorstel werd donderdag 4 april naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op grond van Europese wetgeving moeten lidstaten een register aanleggen waarin ondernemingen verplicht zijn om de gegevens van hun (in)directe eigenaren bij te houden. De ‘ultimate beneficial owners’ (UBO’s) van juridische entiteiten zoals vennootschappen en stichtingen worden in dit register vastgelegd. Het UBO-register gaat deel uitmaken van het Handelsregister en de Kamer van Koophandel gaat dit register beheren.

U heeft hier wellicht vragen over:

  • Wat is het nut van dit register?
  • Wat is een UBO?
  • Voor wie geldt de registratieplicht?
  • Voor wie is dit register in te kijken? En wat is er dan te zien?
  • Wat hangt er boven het hoofd als de entiteit de gegevens niet openbaar maakt?

Ik zal mijn zienswijze op die vragen geven.

Wat is het nut van dit register?

Het UBO-register geeft inzicht wie er bij een entiteit aan de touwtjes trekt. Het register zal, op grond van Europese wetgeving, op 10 januari 2020 in iedere EU-lidstaat van kracht zijn. Het doel van het register is om financieel-economische criminaliteit tegen te gaan. Hierbij kunt u denken aan witwassen, corruptie, belastingontduiking, fraude en het financieren van terrorisme.

Wat is een UBO?

UBO staat voor ‘de uiteindelijke belanghebbende’. Het gaat dus om de uiteindelijke eigenaar of degene die de uiteindelijke zeggenschap heeft over de entiteit.

Bij vennootschappen (BV’s en NV’s) gaat het om de persoon met meer dan 25 procent van de aandelen of  stemrechten of om de personen die de feitelijke zeggenschap over de onderneming hebben.

Voor wie geldt de registratieplicht?

De registratieplicht geldt alleen voor bepaalde organisaties:

  • B.V.’s en niet beursgenoteerde N.V.’s.
  • Overige rechtspersonen: stichtingen, verenigingen, onderlinge waarborgmaatschappijen en coöperaties.
  • Personenvennootschappen: maatschappen, vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen.
  • Rederijen.
  • Europese naamloze vennootschappen.
  • Europese coöperatieve vennootschappen.
  • Europees economisch samenwerkingsverbanden.

Op grond van deze criteria moeten ook stichtingen een UBO-register aanleggen. Zelfs een stichting administratiekantoor (StAK)! De Minister zegt dat hij hiervoor geen uitzondering zal maken.

Wie komen niet in het register voor?

De volgende groepen hebben (nog) geen registratieplicht:

  • Eenmanszaken.
  • Publiekrechtelijke rechtspersonen.
  • Verenigingen van eigenaren.
  • Enkele historische rechtspersonen (zoals hofjes, boermarken, fundaties en gilden).
  • Kerkgenootschappen.
  • Beursgenoteerde vennootschappen.
  • Buitenlandse ondernemingen.

UBO’s van buitenlandse ondernemingen worden niet in het register opgenomen. Hetzelfde geldt voor ondernemingen met een hoofd- of nevenvestiging in Nederland. Trusts hoeven, op grond van deze wet, ook geen gegevens te publiceren of een UBO-register aan te leggen. Dat zal wél moeten op grond van een ander wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel is nog in de maak.

Welke gegevens staan in het register?

Alle gegevens omtrent de persoon van de UBO staan in het register. Een deel van die gegevens is voor iedereen openbaar:

  • Voornaam en achternaam.
  • Geboortejaar en geboortemaand.
  • Nationaliteit.
  • Woonstaat.
  • De aard en omvang van het economische belang van de UBO.

Iedere geïnteresseerde kan het openbare deel van het UBO-register doorzoeken op naam van de onderneming of rechtspersoon. Dus niet op naam van de UBO. Een geïnteresseerde kan dus niet snel even opzoeken van welke onderneming u nog meer eigenaar bent. Er is een hele kleine barrière opgeworpen die het nodeloos snuffelen in het register afremt. Het opvragen van de gegevens kost geld.

Wie kunnen er bij de niet-openbare gegevens?

Alleen een aantal bevoegde instanties, zoals het Openbaar Ministerie, de politie en de Belastingdienst en de Financiële Inlichtingen Eenheid (FIE). Zij kunnen verder het register doorzoeken op naam van de UBO. Niet-openbare gegevens zijn:

  • BSN/buitenlands fiscaal identificatienummer (TIN).
  • Geboortedag.
  • Geboorteland en –plaats.
  • Woonadres.
  • Afschrift van een geldig identiteitsbewijs.
  • Afschrift van documenten waaruit de aard en omvang van het economische belang blijkt.

Hoe wordt de privacy gewaarborgd?

Het wetsvoorstel zegt dat het register voldoet aan de eisen voor gegevensbescherming en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Het register is daarom (deels) voor iedereen toegankelijk. In hele bijzondere situaties schermt de Kamer van Koophandel ook dat openbare deel af. Er moet dan wel sprake zijn van een onevenredig risico op kidnapping of geweld. Wilt u dat? Dan moet u hiervoor een verzoek doen bij de Kamer van Koophandel. De informatie blijft afgeschermd gedurende de behandeling van uw verzoek. De bevoegde instantieskunnen de gegevens wel altijd inzien.

Wat is de tijdslijn?

De eigenaar aan wie de entiteit behoort, bestuurder(s) en degene(n) met de dagelijkse leiding zijn verplicht tot registratie van de UBO’s. De opgave moet worden gedaan op het moment van de eerste inschrijving van de entiteit in het register. Als deze al is ingeschreven, dan kunt u dat middels een aanvullende opgave doen. Na 10 januari 2020 hebben reeds ingeschreven entiteiten 18 maanden de tijd om de opgave van hun UBO-informatie te doen.

Wat kan de sanctie zijn?

Als u niet voldoet aan de verplichting om UBO-informatie in te schrijven, pleegt u een strafbaar feit. U krijgt dan te maken met het Bureau Economische Handhaving.

Hoe nu verder?

Het UBO-register wordt geregeld in een wet, ‘De Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten’. De Tweede en Eerste kamer zullen dit voorstel in 2019 behandelen.

Wat vind ik van dit wetsvoorstel?

Ik vraag mij af of met dit wetsvoorstel de bestrijding van witwassen en financiering van terrorisme wel wordt bereikt. En of schending van de privacy door de openbaarmaking te rechtvaardigen is.

Ik vind dat die inbreuk door het openbaar maken van de persoonlijke gegevens heel groot is. De belastingdienst is heel stellig. Zij zegt dat “de registratie van de UBO weinig of niets uithaalt bij de bestrijding van witwassen en financiering van terrorisme”. Dit laatste, maar ook de inbreuk op de privacy en of het middel het doel heiligt zullen hopelijk bij de behandeling van het wetsvoorstel aan de orde komen. Ik heb daar geen vertrouwen in. Ik verwacht dat alle kritiek op het wetsvoorstel lichtvoetig zal wordt afgedaan. Dat er zal worden gezegd dat dit register er moet komen. En dat het daarom en ook vanwege tijdsdruk een hamerstuk wordt.