Direct naar content
IBS - Capital Allies
Wat we schrijven
Blogs 07-06-2016

Pseudowetenschap

 “The greatest enemy of knowledge is not ignorance, it is the illusion of knowledge”

– Stephen Hawking, Director of Research, Centre for Theoretical Cosmology, University of Cambridge –

Recentelijk lazen wij een opmerkelijke voorspelling, waaraan wij graag aandacht willen schenken. Een econoom voorspelde dat de Europese aandelenmarkten aan de vooravond staan van een koersexplosie van maar liefst 30%. ‘Een mooi stukje voorkennis’, aldus de econoom. Dat vinden wij ook. Bij IBS vinden we het prachtig om van tevoren te weten wat er in de krant van volgende maand staat.

Maar waar was die voorspelling nu precies op gebaseerd? Op een wetenschappelijk artikel van Biniv Maskay en Margaret Chapman dat voor het eerst het verband onderzocht tussen de geldhoeveelheid in een economie en de hoogte van aandelenmarkten in deze economie.

Op basis van dit artikel, claimt de econoom het volgende:

‘De ECB is pas vorig jaar gestart met monetair verruimen en zal nog 800 miljard euro gaan uitbreiden qua geldhoeveelheid tot in 2017. Ook hier zien we een statistisch significante uitkomst uit met een hoge mate van betrouwbaarheid. Voor iedere 50 miljard euro ruimere geldhoeveelheid is een stijging te verwachten van ruim 2 procent van de Europese aandelenmarkten.’

…en (€800 miljard / €50 miljard) x 2% = 32% koersstijging

Onze econoom dekt zich nog wel een beetje in door te stellen dat het model geen rekening houdt met exogene factoren, zoals oorlogen, groeivertraging in overige regio’s (zoals China), et cetera:

‘Maar afgezien van deze exogene factoren welke helaas niet te beïnvloeden zijn, zou de toename van de geldhoeveelheid volgens het door ons toegepaste en wetenschappelijk bewezen econometrische model tot een aanzienlijke koersexplosie kunnen leiden.’

Er zijn twee zaken die ons opvallen in deze voorspelling:

Ten eerste wordt er gewezen op het feit dat dit een ‘wetenschappelijk’ onderzoek is en ten tweede wordt er door onze econoom een ‘point forecast’ gedaan.

Laten we ze alle twee eens doornemen…

Wat is echte wetenschap?

In juli 2015 passeerde het ruimtevaartuig New Horizons de planeet Pluto na een trip van bijna vijf miljard kilometer, die negen en een half jaar duurde. Het meest opzienbarende van dit huzarenstukje was wel het feit dat de reis van New Horizons slechts een minuut minder duurde dan voorspeld was ten tijde van de lancering in januari 2006. Met andere woorden, NASA’s voorspelling was voor maar liefst 99,99998% correct. Dit is hetzelfde als het binnen vier miljoenste seconde correct voorspellen van de duur van een rit van Amsterdam naar Bremen.

New Horizons

Dat is pas wetenschap!

Het benadrukt nog maar eens dat op sommige terreinen met een verbazingwekkende precisie gewerkt kan worden. Hier regeren wiskunde en de natuurwetenschappen en gooit de onvoorspelbaarheid van de menselijke emotie geen roet in het eten.

Het benadrukt ook nog maar eens dat economie niet één van deze terreinen is.

Economie is een pseudowetenschap

Niet alle modellen zijn gelijk geschapen. Newton’s wet van de zwaartekracht maakt zeer accurate voorspellingen over wat er gebeurt met een voorwerp dat van de Eiffeltoren gegooid wordt. Maar economische modellen proberen de voet van een lelijke stiefzus in het glazen muiltje van Assepoester te persen. Dat lukt niet zonder een aantal essentiële onderdelen van die voet af te knippen. En die essentiële onderdelen die weggelaten dienen te worden verhullen, ten behoeve van de wiskundige esthetiek, het inherente risico van zo’n model.

De economie is een complex systeem dat zichzelf constant aanpast omdat zij afhankelijk is van de beslissingen van emotionele en irrationele mensen. Economen dienen dan ook tot op zekere hoogte filosoof, geschiedkundige, taalkundige, wiskundige, socioloog, psycholoog en politicus in één te zijn.

Het probleem is dat gedurende de tweede helft van de vorige eeuw de wiskundigen deze complexe economie gekaapt hebben en dit complexe en veelzijdige systeem in een aantal wiskundige formules hebben proberen te vangen. Het doel was uiteraard om zo accuraat mogelijk het resultaat van veranderingen in die economie te voorspellen. Is dit gelukt?

Nee!

Economische theorieën op basis van wiskundige modellen falen opzichtig in het voorspellen van de toekomst. De voorzitter van de FED, Ben Bernanke, deed in 2005 de volgende uitspraak:

“We’ve never had a decline in house prices on a nationwide basis. So, what I think what is more likely is that house prices will slow, maybe stabilize, might slow consumption spending a bit. I don’t think it’s gonna drive the economy too far from its full employment path, though.”

Hawkin

Dit bleek achteraf het economische equivalent te zijn van een meteoriet die op de aarde te pletter slaat, terwijl Stephen Hawking ons nog zo verzekerd had van het feit dat deze meteoriet de aarde zou missen.

Wetenschappers zijn goed in staat het traject van een meteoriet uit te rekenen. Maar economen kunnen het traject van prijzen, werkgelegenheid en rentestanden absoluut niet voorspellen. Queen Elizabeth legde wat dat betreft de vinger op de pijnlijke plek toen ze in november 2008 door ‘academici’ op de London School of Economics werd bijgepraat over de economische crisis:

“Why did nobody notice it? If these things were so large, how come everyone missed them? It’s awful.” Queen

Pas op voor voorspellende ‘experts’

Economische en financiële experts zijn surrogaat denkers. We zijn dol op ze, omdat zij ons in staat stellen ons denken uit te besteden. Het ‘halo’ effect speelt hierbij ook een rol. Hoe aantrekkelijker, intelligenter of meer gerespecteerd de expert, des te meer vertrouwen we hebben in zijn voorspelling.

Echter, experts worden zelden afgerekend op hun voorspellingen. Zeker niet wanneer zij voorspellen dat de beurs gaat stijgen. Het is namelijk een gegeven dat beurzen vaker stijgen dan dat zij dalen. Dus wanneer hij het onverhoopt mis heeft, is hij niet alleen en wordt zijn mislukte voorspelling snel weer vergeten. Zijn volgende voorspelling laat dan vaak niet lang op zich wachten.

CartoonOnze vriend, de econoom, maakt echter een fout door een zogenaamde ‘point forecast’ te doen. Hij voorspelt namelijk niet alleen dat Europese aandelen gaan stijgen, maar ook nog eens dat er een koersexplosie van 30% aankomt. Niet 20% of 40%, maar 30%.

Stel, u moet een balletje pakken uit een zak, die 30 witte ballen en 70 rode ballen bevat. Wanneer u vooraf zegt dat u een witte bal uit de zak tevoorschijn zult toveren, doet u een ‘point forecast.’ De kans dat een point forecast uitkomt is klein. Het is beter om vooraf te stellen dat u een kans heeft van 30% om een witte bal uit de tas te halen en een kans heeft van 70% om met een rode bal voor de dag te komen..

Wanneer u in de maand maart altijd een paraplu meeneemt, bent u dan het weer aan het voorspellen? Natuurlijk niet! U bent er slechts op voorbereid dat het in maart vaker regent dan in juli. Dit betekent niet dat er geen mooie zonnige dagen in maart kunnen zijn. Wanneer u weigert een casino binnen te stappen, betekent dit dan dat het roulettewiel voorspelbaar is? Nee, u bent ervan op de hoogte dat het casino een voorsprong op u heeft en dat de kans groot is dat u geld verliest.

Het is dus belangrijk dat de expert zich bewust is van de waarschijnlijkheidsdistributie wanneer hij een voorspelling doet. Dit soort voorspellingen is echter niet zo spectaculair.

Conclusie

De economie en de financiële markten zijn complexe systemen die zich constant aanpassen, doordat zij worden beïnvloed door de beslissingen en acties van emotionele en irrationele individuen. De poging van economen om dit proces te vangen in elegante wiskundige modellen om zo de toekomst accuraat te voorspellen, is dan ook futiel. De uitkomsten van deze modellen resulteren in een soort schijnzekerheid, omdat zij risico’s onder de tafel schuiven.

Onze vriend, de econoom, doet dit door “exogene factoren, zoals oorlogen, groeivertraging in overige regio’s (zoals China), et cetera”, voor het gemak maar eens buiten beschouwing te laten. Alfred Korzybski maakte ooit eens de volgende opmerking:

“The map is not the territory.”

Op Google Maps kun je prima fietsroutes uitstippelen. Je ziet er, echter, niet de kuil in de weg op, die ervoor zorgt dat je van je fiets valt.